Bij de Eurasier is het uitgangspunt dat de "schepper"van het ras Julius Wipfel vond dat Eurasier alleen zouden moeten worden gefokt door hobbyfokkers. Dat wil zeggen, geen grote kennels, met grote hoeveelheden teefjes, met vele nestjes per jaar, geen meerdere nestjes tegelijkertijd....... Fokken mag geen broodwinning zijn.

Het idee van Julius Wipfel was dat de Eurasier hobby fokkers aangesloten waren bij een club, die de fokkers met raad en daad terzijde staat bij het zoeken naar een passende reu, de opvoeding van het nestje en ook het bemiddelen van de pups naar geschikte nieuwe eigenaren. Tegelijkertijd heeft de club ook een controlerende functie. Alle binnen de club gefokte nestjes worden gecontroleerd, door andere clubleden (collega fokkers bijvoorbeeld) waarbij een belangrijk uitgangspunt was dat de pups goed gesocialiseerd naar de nieuwe eigenaren gingen en er goed voor moeder en pups wordt gezorgd.

Ondanks alle ondersteuning die je vanuit de club kunt krijgen, bijvoorbeeld bij het zoeken naar een reu, of het grootbrengen van een nestje, blijft het zo dat wanneer je wilt gaan fokken het belangrijk is dat je het een en ander weet over het ras waarmee je wilt fokken.

Informatie over de ins en outs van het ras is te vinden in de boeken geschreven door Julius Wipfel, Annelie Feder, Hoffman, en meer recent het boek "50 jaar Eurasier".

Maar ook de boeken van Konrad Lorenz "Mens en hond" en "ik sprak met viervoeters, vogels en vissen" geven een inzicht in het onstaan van de Eurasier als ras.

Daarbij is het als fokker ook belangrijk dat je de basiskennis in huis hebt over wat er allemaal bij komt kijken.

Kennis over juridische aspecten van het fokken, wet en regelgeving, de rasstandaard, hondengedrag, gezondheid en voorkomende erfelijke afwijkingen, genetica, voortplanting bij honden en natuurlijk ook de ontwikkeling die pups doormaken in de tijd die jij als fokker met ze doorbrengt, zowel lichamelijk als geestelijk .

Kennis kun je op diverse manieren op doen. Je kunt cursussen volgen, zoals KK1 of KK2, er zijn zelfs organisaties die cursussen gericht op fokken organiseren en ook de Raad van Beheer organiseerd workshops en congressen voor fokkers.

Ook zijn er diverse boeken over dit onderwerp. Deze vind je verderop op deze site.

Je hebt als fokker een grote verantwoordelijkheid voor wat je op de wereld zet. Natuurlijk hoop je dat al je pupkopers lang van de door jou gefokte pup met veel plezier en weinig problemen zullen genieten. Maar soms zijn er ondanks al je goede zorgen en voorzorgen toch problemen. Ook daar moet je rekening mee houden en eventueel op kunnen anticiperen.  

Naast gezondheid is natuurlijk ook het karakter belangrijk van de hond waarmee je wilt gaan fokken. Een fokhond mag niet angstig of agressief zijn. Hiervan is wetenschappelijk bewezen dat deze erfelijk zijn. Het meedoen aan een gedrags inventarisatie alvorens te gaan fokken is bij de meeste Eurasierclubs iets dat bij de foktoelating hoort.

En ten slotte is het zo bij rashonden dat ook het uiterlijk iets is dat in overweging moet worden genomen bij het fokken van een rashond.

Bij de Eurasier is het gelukkig zo dat de rasstandaard min of meer in dienst staat van gezondheid.

Het is dan ook belangrijk als je wilt gaan fokken dat je deelneemt aan 1 of meerdere tentoonstellingen, om de meningen van de exterieurkeurmeesters te weten te komen over wat de plus en de minpunten van je hond zijn.

En dan met name de zaken die een relatie met het welzijn van de hond te maken hebben.

Bij de meeste Eurasier clubs is er een foktoelatingskeuring waarin het uiterlijk beoordeeld wordt. Zo weet jij als fokker waarop je moet letten bij de keuze van een partner.